De vakantie is voorbij, je kind gaat weer naar het kinderdagverblijf, maar… het wil niet dat je weggaat. Je kind begint te huilen, klemt zich helemaal aan je vast en de pedagogisch professional moet haar van je ‘afpellen’. Deze angst heet scheidingsangst of verlatingsangst.
Het is heel normaal dat je peuter zich aan jou vastklampt of bang is dat je niet meer terugkomt als je even weggaat. Dat hoort bij de normale ontwikkeling. Verlatingsangst is vervelend voor je peuter, maar ook voor jou. Het kan lastig zijn om je kind huilend achter te moeten laten bij een juf of oppas. Gelukkig is verlatingsangst vaak van korte duur en is je peuter een paar minuten later alweer lekker aan het spelen.
Verlatingsangst heeft te maken met angst voor het onbekende en het missen van bekende mensen en situaties. Peuters kunnen zich verloren en onbegrepen voelen zonder hun ouders. Als je kind wat ouder is raakt het niet meer zo van streek als jij weggaat. Je kind kan zichzelf dan geruststellen. Vanaf vier jaar kunnen de meeste kinderen zonder veel problemen 'alleen' (in een andere kamer bijvoorbeeld) of bij anderen worden gelaten.
Deze 5 tips kunnen helpen bij verlatingsangst.
Erken de gevoelens van je kind
Je kunt benoemen wat je ziet bij je kind: "Je vindt het een beetje moeilijk dat ik nu wegga, he?”. Daardoor voelt het kind zich begrepen en geeft het een veilig gevoel.
Creëer een voorspelbaar ritueel
Je kunt duidelijke afscheidsrituelen maken als je kind naar het kinderdagverblijf of de oppas gaat. Bijvoorbeeld samen nog een puzzeltje maken of een boekje bekijken. Dan zeg je dat je weggaat. Vertel wanneer je je kind weer komt halen (na het spelen, na de boterham, na het slapen) en dat je gaat zwaaien. Maak die afscheidsrituelen niet te lang! Als je kind gaat huilen, laat je het troosten over aan degene bij wie je kind blijft.
Zorg dat je kind weet dat je weggaat
Ga nooit zomaar ineens weg zonder afscheid te nemen. Dat kan je kind de volgende keer extra angstig maken. Je kind denkt dat je zomaar plotseling kan verdwijnen.
Zorg voor afleiding
Zorg dat je kind ergens mee bezig is voordat je vertrekt. Zeg wel altijd nog even gedag terwijl het aan het spelen is. Ondanks het verdriet om jouw vertrek is het dan snel weer afgeleid door zijn spel.
Wees zelf rustig en vertrouwd
Als je zelf rustig en zelfverzekerd bent, voelt je kind dat aan en wordt de verlatingsangst minder. Vertrouw erop dat je kind het aankan. Als je vertrekt, kom dan niet terug om het tóch nog een keer te troosten als je kind huilt. Het is dan voor je peuter onduidelijk of je wel of niet weggaat en het huilen wordt 'beloond' met jouw terugkeer.
Worstel je wel eens met opvoedkwesties, wil je handvatten om beter met je kind(eren) om te gaan? Pedagoog Marlies Rekers van de Opvoedzaak kan je in twee tot drie sessies helpen een passende aanpak te vinden.

Reactie plaatsen
Reacties